Boven- en onderdeur 0000.0011

 

Literatuur

 

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin "Onderdeur": blz. 214 (met doorsnede van de aanslag boven- en onderdeur, inclusief wellat)

- Mielke, Heinz‑Peter, "Onderzoek naar huizen op het platteland en daarmee samenhangende volkskundige aspecten van het boerenleven". In: Hertogdom Gelre, deel 1: Historische bijdragen. Gelre, Geldern, Gelderland. Geschiedenis en cultuur van het hertogdom Gelre. Redactie: Johannes Stinner & Karl‑Heinz Tekath. Geldern (Verlag des Historischen Vereins für Geldern und Umgegend), 2001. [527 blz. ISBN voor beide delen samen: 90.5345.194.3], blz. 301‑314. Hierin: blz. 310 ("De Nederrijnse huisdeur is oorspronkelijk een in tweeën gedeelde staldeur (halfdeur). Die was overgenomen van het rookhuis uit een tijd, toen mens en dier samen nog een soort leefgemeenschap vormden. Ook kon de rook door het open bovendeel wegtrekken, op die manier kwam er extra licht in de ruimte waar de haard stond.")

- Jans, Everhard, "Het restaureren van Twentse boerderijen". In Bulletin KNOB [ISSN 0166.0470], 2003 (jrg 102, nr 2), blz. 72-77. Hierin "De 'boavendeure'": blz. 75